Wilde eend
Wilde eend. (Anas platyrhynchos)Kenmerken:
De lengte bedraagt 51 tot 62 cm en de spanwijdte 91 tot 98 cm. Een volwassen eend weegt tussen de 700 en 1500 gram. Gemiddeld wordt een wilde eend vijftien jaar oud. De oudst bekende wilde eend werd negenentwintig jaar. De wilde eend is de stamouder van de gedomesticeerde tamme eend.
Het mannetje (de woerd) is kleurrijk met een glanzend groene kop, een witte halsband, een kastanjebruine borst en gekrulde zwarte veren aan de staart. Het donkerbruine vrouwtje en de eendenkuikens (pullen) hebben een schutkleur. De woerd en het vrouwtje hebben 1 ding gemeen: de blauw-paarse vleugelspiegel. Sommige dieren zijn (gedeeltelijk) wit; door rasveredeling is de schutkleur vervangen door een geselecteerde kleur. De witte delen bij de volwassen dieren waren geel toen ze nog eendenkuiken waren.
Verspreiding:
Deze soort is veelvoorkomend in de gematigde en subtropische wateren in Europa, Aziƫ en Noord-Amerika. De vogel komt ook wel voor in Centraal-Amerika en het Caribisch gebied. In Europa is de wilde eend de meest voorkomende soort eend. De wilde eend komt voor in stad en platteland in vijvers, moerassen, meren, parken, sloten in akkers en weilanden.
Leefwijze:
Het voedsel bestaat uit allerlei soorten kleine visjes, slakken en wormen.
Voortplanting:
Het vrouwtje bouwt een nest in het lange gras, in een knotwilg of in een holte. De acht tot tien vuilgroene eieren broedt ze uit in 4 weken.
Jacht:
Slechts één soort van alle watervogels in Nederland wordt volgens de Flora en Faunawet gerekend tot het waterwild: de wilde eend.
De wilde eend is bejaagbaar van 15 augustus tot en met 31 januari een half uur voor zonsopgang tot een half uur na zonsondergang.
Tot 11 september 1999 waren ook de meerkoet, de smient en de kol-, riet-, en grauwe gans bejaagbaar.
De wildbeheereenheid is de vereniging van lokale jachthouders en jagers die uitvoering geeft aan verantwoord en duurzaam wildbeheer.